Maakt deel uit van een interviewreeks 'Bewegen door de stad, vandaag én morgen'.
Download de brochure met de volledige interviewreeks
Bewegen is goed voor je gezondheid. Maar hoeveel beweging levert een echte winst op? En is dat voor iedereen hetzelfde? Hoe kan technologie hier een handje toesteken? Relevante vragen voeden interessante antwoorden. Een stand van zaken en een blik vooruit met gezondheids- en AI-expert Wouter Van den Bosch en bewegingswetenschapper en GRAY-onderzoeker Wim Derave.
Wie is wie?
Wouter Van den Bosch heeft een achtergrond in de computerwetenschappen en werkt al dertien jaar bij imec. Vandaag leidt hij het health & AI-team dat werkt op het boeiende kruispunt van technologie, gezondheid en zorg.
Bewegingswetenschapper Wim Derave is gebeten door spieren en beweging. Hij maakt deel uit van het laboratorium voor inspanningsfysiologie, sportvoeding en trainingsleer aan de UGent. Hij maakt ook onderdeel uit van het GRAY-onderzoeksteam.
We weten allemaal dat we meer moeten bewegen. Maar hoeveel moet je bewegen voor een optimaal gezondheidseffect?
Wim: “Om te begrijpen wat ons lichaam nodig heeft, moeten we terug naar onze voorouders: de jager-verzamelaars. Zij móesten wel bewegen om te overleven. Om voedsel te verzamelen, een onderdak te bouwen enzovoort. Gemiddeld zetten ze zo’n 10.000 à 20.000 stappen per dag. Evolutionair zit dit ingebakken in ons systeem. En omdat ons lichaam vandaag in verhouding te weinig beweegt, blokkeert het. Onze spieren zijn het namelijk gewoon om suiker te verbranden. Maar door onze sedentaire levensstijl gebeurt dat niet meer. Gevolg? Suiker hoopt zich op in het lichaam. En dat leidt dan weer tot diabetes of andere aandoeningen.”
Er zijn verschillende richtlijnen over hoeveel je precies moet bewegen. Hoe zie jij dat, Wim? Bestaat er zoiets als de gouden regel?
Wim: “Je moet dat individueel bekijken. Iemand met een osteoporose moet je bijvoorbeeld niet aanraden om te gaan zwemmen. Elk lichaam is anders. Sommige mensen lopen meer risico op bepaalde aandoeningen en zijn gebaat met meer bewegingen. Anderen komen dan weer niet in gevaar als ze een zittend leven leiden. Maar als we kijken naar een gezond iemand, dan raden we aan om wekelijks 150 tot 300 minuten matig tot intensief te bewegen. Die algemene richtlijn is een goed startpunt, een houvast. En let op, ik heb het hier niet per se over sporten. Actieve verplaatsing in de stad valt hier ook onder. En je mag het ook spreiden. Mijn motto is altijd: integreer beweging in je dagelijkse routine. Met wandelvergaderingen, een mooie fietstocht naar je werk ...
Wist je trouwens dat stadsbewoners meer bewegen dan mensen op het platteland? Dat voelt contra-intuïtief aan. Maar de stad zet meer in op beweegvriendelijkheid. Vooral Gent is op dat vlak goed bezig.”
Over naar de technologie. Hoe wordt die vandaag ingezet om gezondheidswinst te meten?
Wouter: “Vandaag bestaat er een groeiend spectrum aan technologieën die je gezondheid in kaart brengen. Niet alleen bij je arts of in het ziekenhuis, maar ook steeds meer in je directe omgeving. Zelfs ín je lichaam. Sommige technologieën gebruiken we enkel als we denken dat er iets mis is, bijvoorbeeld een MRI-machine in het ziekenhuis. Andere technologieën dragen we continu, zoals de smartwatch vol sensoren die je hartslag en aantal stappen per dag meet. Met al die technologie kunnen we heel wat data verzamelen. En als je die met elkaar combineert, dan kan dat tot waardevolle inzichten leiden. Zo kunnen je smartwatch-data gecombineerd met je fiets- of loopgedrag op Strava en medische gegevens de impact van bewegen op de gezondheid van je hart weergeven."
"Intussen werken wetenschappers en technologen aan digitale innovaties die een ongeziene kijk in ons lichaam mogelijk maken. Zo ontwikkelen we bij imec een ‘slimme pil’ die uitgerust is met sensoren om ongestoord je darmflora in kaart te brengen. Belangrijk aangezien darmflora steeds meer gelinkt wordt aan onze gezondheid. Maar ook beelden van je oog, genomen met een speciale camera, blijken, mede dankzij AI, een waardevolle bron te zijn om je cardiovasculaire gezondheid te peilen of vroege signalen van neurodegeneratieve ziekten te detecteren. We werken zelfs aan technologie die de miljoenen proteïnen in een enkele cel op enkele uren tijd kan uitlezen. Dit om zo een nog beter beeld te scheppen over hoe je gezondheid evolueert overheen de tijd. Boeiend!”
Meten om te weten, maar kan technologie mensen ook aanzetten tot meer beweging?
Wouter: “Dankzij al die technologie weten we steeds meer over de gezondheid van ons lichaam. Hoe meer we de inzichten van al die data ook op een begrijpbare manier tot bij de mensen zélf brengen, hoe meer ze ook zelf beter het verband kunnen leggen tussen hun levensstijl en hun gezondheid. En dat is best een uitdaging, want gezondheid is complex en uitermate persoonlijk. Hoe breng je wat er in alle hoeken van ons lichaam gebeurt op zo’n manier naar de mensen, zodat ze begrijpen wat waarop impact heeft? En vooral zodat de juiste, goed geïnformeerde keuzes kunnen maken of voorgesteld krijgen? Sommige app-bouwers zijn hier erg goed in en gebruiken creatieve, grafische interfaces of ludieke methodes zoals beloningen of competitieve elementen om mensen spelenderwijs aan te zetten, het zogenaamde ‘nudgen’, tot meer beweging of een gezondere levensstijl. Maar ook hier is er nog heel wat werk voor de boeg, zodat we niet bedolven raken, of te bezorgd door al die notificaties en grafieken om ons heen. Een slimme, gepersonaliseerde aanpak zal belangrijk zijn.”
Wouter, een van jouw expertises is AI en onze gezondheid. Kan je hier iets meer over vertellen?
Wouter: “We gebruiken AI op verschillende manieren om meer inzichten over onze gezondheid bloot te leggen. We hadden het eerder al over die nieuwe technologieën die diep in ons lichaam kunnen kijken. Vaak genereren dat soort sensoren zoveel complexe data dat we AI nodig hebben om in die massa aan signalen razendsnel de juiste patronen te halen. Er bestaan algoritmes die in één enkele meting van je hart signalen kunnen oppikken die maanden, tot zelfs jaren vooraf, kunnen aangeven dat de kans groot is dat je hartritmestoornissen zal ontwikkelen. Daarnaast helpt artificiële intelligentie ons ook om verbanden te leggen tussen al die gezondheidsdata. Welke verhouding van de triljoenen microscopisch kleine organismen in je darmen zien we bijvoorbeeld gelinkt aan ziekten zoals Alzheimer. Welke voedingspatronen hebben daar de meeste impact op? Kortweg, AI helpt ons om complexe signalen leesbaar te maken, verbanden te leggen en gepersonaliseerde voorspellingen te maken over onze gezondheid. Hoe meer we meten, hoe meer we het nodig hebben.”
Uitdagingen zijn er om aan te pakken. Wat is je ideaalbeeld binnen pakweg dertig jaar?
Wouter: “Een wereld met een gezondheidszorg 100% op maat. Waarbij je weet wat voor jou de meest optimale manier van beweging is. En dat gelinkt aan je eigen beweegreden, en wat je lichaam nodig heeft. Maar, we moeten ook voorzichtig zijn. Data over je gezondheid moeten we voor de juiste doeleinden gebruiken. Niet om je verzekeringen af te stemmen op of jij al dan niet sportief bent.”
Wim: “Mijn stokpaardje? De grootste winst ligt in het op voorhand identificeren van mensen met risico. Wat mij momenteel dwarszit aan het huidige medische apparaat, is dat het pas in gang schiet als het te laat is. Als de persoon al ziek is. Ik zet hier graag de mentaliteit van het oude China tegenover. Daar kregen dokters geld zolang de patiënt gezond bleef. Zodra ze ziek werden, niet meer."
Wim: "Toegegeven, dat is nogal extreem. Maar ik denk toch dat zorgverleners zich nog meer moeten focussen op hoe houden we mensen gezond, eerder dan hoe genezen we hen. Voorkomen, in de plaats van genezen. Mensen met een verhoogd risico dus selectief identificeren. En vervolgens waarschuwen: “Als je nu niet meer beweegt, zal je in de problemen komen.” Tegelijk kan het zijn dat mensen geen aanleg hebben om bijvoorbeeld kanker te krijgen. Dan is het ook niet nodig om een bepaald bewegingsschema op te leggen. Laat hen met rust. Het gaat dus echt over persoonlijk en gericht advies.”
Tot zover de nabije toekomstdromen. Wat binnen honderd jaar? Denk gerust out of the box.
Wim: “Om de toekomst te voorspellen, moeten we eigenlijk eerst in onze achteruitkijkspiegel kijken. En daar zien we dat elke industriële revolutie gepaard ging met een verlies aan beweging. Denk maar aan de laatste decennia. Je hoeft je niet meer te verplaatsen voor voedsel: één swipe op je telefoon en iemand brengt een bereide maaltijd tot aan je deur. We zijn evolutionair ook geprogrammeerd om zuinig te zijn met onze energie. En die aangeboren luiheid moeten we doorbreken. De klok terugdraaien tot waar het mis is beginnen te gaan. En dat zal niet van de ene op de andere dag lukken. We moeten beweging opnieuw omarmen. Beseffen dat er via beweging natuurlijke medicijnen in het bloed komen die kanker of dementie bestrijden. En dat de beste antidepressiva in je spieren zitten. Want ook op het vlak van je mentale gezondheid speelt beweging een grote rol. Elke keer als je beweegt komen er antidepressiva vrij in je lichaam. En ook: beweging stimuleert de creativiteit. Klinkt waarschijnlijk niet zo vreemd. Wanneer krijg jij de beste ingevingen? De kans is groot dat dat tijdens een wandeling is. Hoe dat komt? Wanneer je beweegt, dan worden bepaalde delen van je hersenen beter doorbloed.”
Wouter: “De vraag is ook of we over 100 jaar nog moeten werken. En hoe actief een dag in het leven van onze klein- en achterkleinkinderen er zal uitzien. Op dat moment zal ons lichaam alleszins voortdurend gemonitord kunnen worden tot op het niveau van onze cellen. Bovendien begrijpen we tegen dan veel beter dan nu de verbanden tussen al die data en onze gezondheid en zullen we vaak kunnen ingrijpen nog voor een probleem merkbaar wordt. Van zodra de eerste patronen of sporen van een ziekte, zij het een virus of kanker gedetecteerd worden, zullen we er hopelijk ook iets aan kunnen doen. Als we dat weten, kunnen we op het moment zelf een gepersonaliseerd medicijn laten voorschrijven én ter plaatse maken. Je legt je vinger op een scanner en een seconde later is je medicijn klaar. Maar ook andere vormen van therapie, zoals op basis van elektrostimulatie zullen dan mogelijk al een pak verder ontwikkeld zijn. Bijvoorbeeld het gebruik van een fijnmazig netwerk aan elektrodes in je lichaam, die pijnsignalen op een juiste manier kunnen reguleren of organen kunnen bijstaan in hun werking. De curatieve geneeskunde zal dan heel wat ziektes kunnen genezen, maar hopelijk gaat dat ook gepaard met een geëvolueerd inzicht dat voorkomen nog altijd beter is dan genezen en dat zaken als juist eten en bewegen nog steeds de beste manier zijn om gezond te blijven. We hebben tegen dan ongetwijfeld een slimme, persoonlijke AI-assistent die je, op de manier die voor jou het beste werkt, het juiste advies geeft op het juiste moment. En hopelijk dat alles in een gezonde omgeving die aangenaam is om in te leven en bewegen. Dus, mijn utopie? Dat we veel tijd hebben om veel plezierige dingen te doen die onze gezondheid bevorderen.”
Tot slot keren we terug naar de meer nabije toekomst. Stel dat Wim in Gent wordt verkozen tot schepen van gezondheid en Wouter tot schepen van innovatie. Wat zouden dan jullie beleidsaanbevelingen zijn?
Wim: “In Gent gebeuren er al veel positieve dingen. Maar het mag wat sneller. En dan richt ik graag mijn vergrootglas op Kopenhagen. Dertig jaar geleden al een voorloper op het vlak van duurzame mobiliteit. Hoe dat komt? De meeste mensen verplaatsen zich actief, omdat een auto er niet te betalen is. Maar ook omdat de fietspaden er veel breder zijn. Heel de stadsplanning is aangepast in functie van fietser. Gent is een andere stad. Je kan niet één op één vergelijken. We gaan dezelfde richting uit. Maar toch, het mag wat mij betreft nog wat radicaler. Of creatiever. Neem nu de fietsentellers op de Coupure. Fijn initiatief, maar maak er iets collectiefs van.”
Wouter: “Ik zou ernaar streven dat alle beleidsmedewerkers aan de slag gaan met een gedreven innovatiemindset. Het volstaat niet om één technoloog aan tafel te zetten. Technologie maakt deel uit van ons allemaal. En wanneer iedereen vanuit de eigen expertise mee nadenkt over innovatie, dan pas kunnen er mooie dingen ontstaan. Bovendien moeten we nu werk maken van een betere toegankelijkheid van gezondheidsdata. Want al die boeiende inzichten die onze gezondheid verbeteren, zijn maar mogelijk als we die toegang hebben én als dat op een veilige, privacy-vriendelijke manier kan. Zowel overheden als industrie zitten op heel wat data die nog onvoldoende ontsloten blijven. Ik kijk geboeid naar technologieën zoals SOLID, persoonlijke datakluisjes die de burger in staat moet stellen om al die uiterst gevoelige gezondheidsdata in eigen beheer te houden en zélf te beslissen met wie ze gedeeld worden. Het zijn stukjes van een grotere puzzel, maar wel essentieel. Die twee zaken dus: Toegang tot data en de innovatieve mindset om er wat mee te doen. En dan zijn we vertrokken!”
Dit artikel werd geschreven door en is eigendom van Comon. Kom meer te weten over Comon op comon.gent!
Lees ook de andere 2 interviews met GRAY-onderzoekers: