Maakt deel uit van een interviewreeks 'Bewegen door de stad, vandaag én morgen'.
Download de brochure met de volledige interviewreeks
Gent beweegt. Dat is duidelijk. We fietsen en wandelen erop los. Maar het kan nóg beter. Comon ging in gesprek met professor en GRAY-onderzoeker Delfien Van Dyck en expert mobiliteit Pieter Morlion over wat mensen in beweging brengt. Wat kan technologie betekenen? En hoe ziet de mobiliteitsstad van de toekomst eruit? Ontdek hun perspectieven op bewegen vandaag én morgen.
Wie is wie?
Delfien Van Dyck is hoofddocent Fysieke Activiteit en Gezondheid in de vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen aan de UGent. Haar onderzoeksteam richt zich op beweging en gezondheid. Welke interventies zetten mensen aan tot een actieve levensstijl? Kunnen we eHealth (websites) en mHealth (applicaties en wearables) gebruiken richting gedragsverandering?
Pieter Morlion is expert mobiliteit en innovatie. In 2018 richtte hij MORE LION op, om mobiliteitsprojecten met impact aan te gaan. Daarnaast is hij adviseur op het kabinet van Belgisch minister van Mobiliteit Georges Gilkinet. Eerder richtte hij ook een verkeerscentrum op bij Stad Gent en was hij domeinverantwoordelijke mobiliteit bij imec. Zolang hij van de wereld maar een mooiere plek maakt.
Hoe bewegen mensen zich vandaag door de stad?
Pieter: “Steeds actiever. En Gent doet het beter dan de rest van Vlaanderen. Natuurlijk is dat vanzelfsprekender in een stad, want alles ligt dichterbij. Maar toch, op 10 jaar tijd is het fietsgebruik hier fors gestegen. Van 14% naar 33%. Dat is volgens mij onder andere te danken aan het circulatieplan. Maar er is nog marge voor verbetering.”
Delfien: “Absoluut, we hebben nog een lange weg te gaan. Want we nemen nog te vaak de wagen voor afstanden korter dan vijf kilometer. Al is Gent wel goed bezig inderdaad. Want ook de wandelaars doen het goed. 15,6% verplaatst zich nu al te voet, maar ook dat kan nog beter. Laten we die groep dus zeker niet uit het oog verliezen.”
Er is nog marge dus. Wat kan helpen om mensen nog meer in beweging te krijgen?
Delfien: “Het is altijd een combinatie van factoren. Een en-enverhaal. Én beleid, én educatie én ... intrinsieke motivatie. Want mijn omgeving mag nog zo fiets- of wandelvriendelijk zijn, als ik de meerwaarde niet inzie van een actievere levensstijl, dan blijf ik lekker de wagen nemen. Mensen zijn ook gewoontedieren. Vastgeroeste routines zijn moeilijk te doorbreken. Tenzij je heel duidelijk de voordelen van het alternatief benadrukt. Daarom moeten we de fiets promoten als een aangenaam, veilig en vooral gezond vervoersmiddel. In de hoop dat de Gentenaars zelf de knop omdraaien.”
Pieter: “Wat altijd helpt, is geld. En het is simpel: wagens kosten geld. Wist je dat de maatschappij 80% van je bedrijfswagen betaalt? Denk aan wegenonderhoud, files en ongevallen. Zo kost een bedrijfswagen ruwweg meer dan een schoolgaand kind. Daarom moeten beleidsmakers de juiste prioriteiten stellen. Raad overbodig autogebruik af met hogere parkeertarieven en een kilometerheffing, beloon fietsers en wandelaars voor hun verplaatsingen, ook privé. Een kleine vergoeding. Meer niet. Maar met een sterk signaal.”
We willen natuurlijk geen mensen uitsluiten met zulke financiële maatregelen
Pieter: “Goed punt. Want hoe je je verplaatst, schetst maar één kant van het verhaal. Ook de reden doet ertoe. Er is een groot verschil tussen Ronaldo die hier morgen met zijn Lamborghini in de Veldstraat een Gucci-handtas komt kopen, tegenover de bomma die tweewekelijks de auto neemt om haar medicijnen op te halen in het volgende dorp. Een belangrijke nuance. En vervoersarmoede is een onderbelichte problematiek.”
Met Comon willen we verplaatsen in de stad ook leuker maken. Hoe doen we dat?
Pieter: “Alles moet niet per se ‘leuk’ zijn. Bewegen zit in het DNA van de mens. We doen het sowieso al. Het is een kwestie van plezier en beweging weer dichter bij elkaar te laten brengen. De combinatie opnieuw te laten ervaren.”
Delfien: “Dat zeker, plezier is een belangrijke motivator. Zo houden we een gedrag vol. Zeker als het plezier echt vanuit jezelf komt. Maar weet wel: een amusant element in de omgeving zorgen niet noodzakelijk voor een gedragsverandering. Het zijn geen duurzame oplossingen. Maar apps en fietsentellers kunnen wel een extra stimulans vormen. Kunnen je motiveren. Bij kinderen kan het bijvoorbeeld helpen om zo van kleins af aan positieve herinneringen te creëren. Waardoor ze later meer zullen bewegen. Bij volwassenen denken we bij beweging beter in termen van de dagelijkse routine. Niet per se een halfuur sporten, maar met de fiets naar het werk gaan of te voet je boodschappen afhalen. Daar zitten de quick wins.”
Apps en fietsentellers, zeg je. Wat is de rol van technologie in de shift van passieve naar actieve verplaatsingen?
Delfien: “Technologie is een hulpmiddel. Een extra zetje. Kijk naar apps zoals Pokémon Go en het competitieve Strava. Die zetten zelfs de meest fervente autobestuurders aan het wandelen. Ook virtuele zoektochten langs fiets- en wandelroutes werken motiverend voor kinderen. Maar verwacht ook hier geen duurzame gedragsverandering. Meestal doven die effecten snel uit. Voor sommige mensen kunnen die externe prikkels wel naar intrinsieke motivatie verschuiven."
Pieter: “Ik heb ook een voorzichtige kijk op de technologie. Een hometrainer voor je tv heeft mentaal niet hetzelfde effect als een fietstocht in de natuur. Tegelijk zet de elektrische fiets mensen in gang die zich voorheen minder actief verplaatsten. Maar als het dan regent, blijft die ook in de garage achter. De regenbroek, dat is het beste technologiemiddel (lacht). Neen, het beste mobiliteitsbeleid beroept zich op gezond boerenverstand. Maar technologie kan later een nog grotere rol spelen op het vlak van bijvoorbeeld veiligheid.”
Wat is dan het meest dramatische mobiliteitsbeeld dat jullie voor ogen hebben?
Pieter: “Het gevaar is dat we technologie als kant-en-klare oplossing zien voor onze tekortkomingen en maatschappelijke problemen. Het meest extreme voorbeeld: waarom ons engageren voor het klimaat, als het voor deze planeet al te laat is, en Mars een alternatieve woonplaats biedt? Waarom zelf naar de nachtwinkel om een Twix als je zelfrijdende auto het kan?"
Delfien: “Zoals in WALL-E (lacht). Waar mensen zich vanuit hun zetel met knopjes van punt A naar punt B verplaatsen. En zelf geen stap meer verzetten. Supergriezelig.”
Pieter: “Je hoeft het zelfs niet in de fictie te zoeken: in Amerika is de auto de koning van de weg. Daar circuleren voorstellen om voetgangers en fietsers een sensor te laten dragen. Zodat de auto de zwakke weggebruikers beter opmerkt. Draag je die niet, dan is een aanrijding quasi je eigen schuld.”
Delfien: “Dat is best zorgwekkend. Maar ik blijf erbij: technologie kan ons wel ondersteunen richting actievere mobiliteit. Stimuleren door je verbruikte calorieën te meten, je aantal stappen bij te houden, het weer te voorspellen ... Technologie vervangt beweging niet, maar beïnvloedt ons gedrag wel op een positieve manier.”
Stel: binnen 30 jaar zijn jullie burgemeester van Stad Gent. Waar kan het mobiliteitsbeleid nu al een tandje bijsteken om het jullie dan wat makkelijker te maken?
Pieter: “Politici zeggen vaak: ‘alles duurt zo lang’ en ‘dat krijgen we in één legislatuur niet voor elkaar’. Maar lang is relatief. Sommige grote maatschappelijke projecten vragen nu eenmaal tijd. Daarom net: denk op de lange termijn. Bepaal nu een gedeelde visie voor 2050. Maak dat mensen weten waar ze aan toe zijn en vermijd de onzekerheid zoals bij zonnepanelen en stikstof vandaag. Promoot toekomstgerichte initiatieven. Zodat je binnen een mobiliteitsbudget op het werk kan kiezen om - in plaats van een salariswagen - een groot stuk van je lening af te betalen. Zo kunnen mensen gericht plannen waar ze werken en wonen en wordt het haalbaarder om een huis in de stad te kopen, waar je met de fiets of zelfs te voet naar het werk kan.”
Delfien: “Die financiële tegemoetkoming is een interessante piste. Breng mensen nu al dichter bij hun werkplek. Het zit zo ingebakken in onze cultuur om onder de kerktoren te blijven wonen. Maar zo stimuleer je geen beweging.”
En hoe ziet jullie stad van de toekomst er dan uit?
Delfien: “Niet te zot. Gezellig vanop je fiets een babbeltje doen op de markt, de zon op je snoet, met veel ruimte voor voetgangers. Want oké, het voetgangersverhaal is dan wel minder complex. Maar minstens zo belangrijk om mensen, ook ouderen, in beweging te krijgen. Ook zij verdienen een veilige, aangename omgeving. Denk aan voldoende bankjes om op uit te rusten, voetpaden zonder oneffenheden en veiligheidsmaatregelen om zich naast hordes fietsers op de openbare weg voort te bewegen.”
Pieter: “In mijn ideale stad vindt iedereen alles op 15 minuten wandelen of fietsen van de deur. De winkel, de school, je werk ... Dat is vandaag in Gent al zo, maar op het platteland allesbehalve. Weet ook: het zijn de stadsbezoekers met de auto, niet de inwoners, die vaak een hoge druk op de stad veroorzaken. Een wild droomscenario is het invoeren van een beperking waarbij je maar binnen een straal van 15 kilometer rond je eigen huis mag rijden. Al de rest doe je met het openbaar vervoer. Zo draagt elke gemeenschap zelf de gevolgen van hoe ze zich verplaatst zonder de impact van pendelaars of bezoekers."
"Trouwens, in zelfrijdende auto’s zie ik ook een kans om nu de toekomst al slimmer aan te pakken. Voordat ze beginnen rondrijden, kunnen we duidelijk de spelregels bepalen: parkeren buiten de stad, verbruik per kilometer belasten en … verplicht delen. Zo weten alle kopers waar ze aan toe zijn. Zo vermijden we dat we elke auto vervangen door een zelfrijdend exemplaar. En stimuleren we opnieuw actieve mobiliteit.”
Dit artikel werd geschreven door en is eigendom van Comon. Kom meer te weten over Comon op comon.gent!
Lees ook de andere 2 interviews met GRAY-onderzoekers: