Inzetten op Openbaar Vervoer: Verbetering van Gezondheid en Zelfstandigheid bij Ouderen

Inzetten op Openbaar Vervoer: Verbetering van Gezondheid en Zelfstandigheid bij Ouderen

Lees de wetenschappelijke paper hier

Het gebruik van openbaar vervoer biedt aanzienlijke voordelen voor ouderen. Regelmatig gebruik helpt niet alleen om chronische ziektes, obesitas en depressieve klachten te verminderen, maar bevordert ook mobiliteit (wandelsnelheid) en cognitieve vaardigheden. Door toegang te geven tot noodzakelijke voorzieningen en sociale activiteiten, draagt openbaar vervoer bij aan een betere levenskwaliteit.

Ondanks dat het gebruik van openbaar vervoer groot potentieel heeft om de gezondheid bij ouderen te verbeteren, wordt hieraan in de wetenschappelijk literatuur weinig aandacht besteed. Met deze literatuurstudie wordt een overzicht gemaakt van de (opvallend beperkte) literatuur die de link tussen openbaar vervoer en de gezondheid van ouderen onderzoekt.

Wat draagt dit onderzoek bij?

1) Andere onderzoeken rond verplaatsingsgedrag en de gezondheid van senioren zijn vaak gericht zijn op autorijden en het effect van stoppen met rijden. Deze paper brengt daarentegen specifiek de link tussen openbaar vervoer en gezondheid bij ouderen in kaart.
2) Uit ons onderzoek blijkt dat de relatie tussen het gebruik van openbaar vervoer en de gezondheid van senioren slechts in geringe mate en voornamelijk vanuit een Westers standpunt bestudeerd is. In totaal zijn er slechts 13 studies gevonden in vijf wetenschappelijke databanken. Deze studies zijn gepubliceerd in het Engels en focussen op gebruik van openbaar vervoer en eventuele gezondheidsgevolgen (inclusief mentale en fysieke gezondheid, cognitieve functies, morbiditeit en mortaliteit) onder mensen ouder dan 60 jaar. De meeste eerdere studies beperken zich bovendien tot data uit enkele specifieke regio’s, zoals de Engelse Longitudinale Studie van Veroudering (ELSA), wat de generaliseerbaarheid van de bevindingen beperkt. Deze paper benadrukt de noodzaak van een breder internationaal perspectief en meer studies in verschillende culturele en sociaaleconomische contexten.
3) Dit onderzoek toont ook aan dat toekomstige studies ouderen niet als één homogene groep moeten benaderen, maar juist rekening moeten houden met de diversiteit onder senioren. Door de verschillen tussen relevante groepen te belichten, is het mogelijk om ongelijkheden in vervoersmogelijkheden en gezondheid beter te begrijpen.
4) Daarnaast ‘bekritiseert’ de paper de bestaande onderzoeken voor hun gebrek aan differentiatie tussen verschillende vormen van openbaar vervoer en de redenen waarom ouderen wel of niet gebruik maken van openbaar vervoer. Het is vaak lastig vast te stellen of het gebruik van openbaar vervoer zorgt voor een betere gezondheid, of dat mensen die al gezonder zijn en beter fysiek in staat zijn om zich te verplaatsen, net vaker het openbaar vervoer gebruiken. Deze nuances zijn essentieel om beter te begrijpen welke specifieke aspecten van openbaar vervoer gezondheidsvoordelen opleveren.

Samenvattend pleit deze paper voor diepgaandere analyses van openbaar vervoer en gezondheid bij ouderen, met aandacht voor diverse contexten, doelgroepen en motivaties om het openbaar vervoer te gebruiken. Opvallend is dat 7 van de 13 studies gebruikmaken van dezelfde Britse dataset (ELSA), terwijl onderzoek in andere landen beperkt is. In het globale zuiden ontbreekt dit onderzoek zelfs vrijwel helemaal. Ondanks dat de meeste studies in dit literatuuronderzoek van hoge kwaliteit zijn, zijn er nog steeds veel aspecten onderbelicht waardoor er een grote kennisleemte bestaat. Eén van deze aspecten is de richting van het verband tussen openbaar vervoer en de onderzochte gezondheidsvoordelen. Om vast te stellen of het gebruiken van openbaar vervoer daadwerkelijk leidt tot een betere gezondheid, is onderzoek over een langere periode nodig. Meer inzichten in de link tussen het gebruik van openbaar vervoer en de gezondheid kunnen tot slot leiden tot betere beleidsbeslissingen om het welzijn en de levenskwaliteit van ouderen te verhogen.

Lees de wetenschappelijke paper hier