Vroegdetectie van cognitieve veranderingen via smartphonegebruik
'Cognitieve functies' zorgen ervoor dat we functioneren in het dagelijkse leven. In de psychologie verwijst deze term naar de vaardigheden die u hebt om te leren, waarnemen, denken, onthouden, spreken, concentreren, enzovoort. Net zoals het lichaam en de spieren, gaan ook deze cognitieve functies langzaam achteruit bij het ouder worden. Als deze achteruitgang echter heel drastisch gebeurt of sterk afwijkt, spreken we van een 'cognitieve stoornis'. In Vlaanderen worden bijvoorbeeld 1,6% van de personen tussen 65 en 69 jaar getroffen door een vorm van dementie.
Alhoewel de achteruitgang van deze cognitieve functies helaas onvermijdelijk is, kan een vroege diagnose van een cognitieve stoornis leiden tot een betere behandeling en prognose op lange termijn. Vandaag zien we echter dat de meeste ouderen pas een eerste diagnose krijgen na een uitgebreid onderzoek bij de huisarts of in het ziekenhuis, een moment waarop de problemen vaak al vrij ernstig zijn. Om cognitieve achteruitgang onder controle te krijgen en hinder in het dagelijks leven te beperken van zowel de oudere als de naaste familie of vertrouwenspersoon, is het belangrijk dat een cognitieve stoornis vroeg gedetecteerd kan worden. Wij geloven dat technologie kan helpen in een gepersonaliseerde diagnostiek en behandeling van allerlei ouderdomskwalen en ziektebeelden in de komende decennia.
In dit project willen we smartphonegebruik meten bij 55-plussers aan de hand van een innovatieve methode (een applicatie op de persoonlijke smartphone die in de achtergrond het gebruik registreert). Zo kunnen we bijvoorbeeld onderzoeken hoe lang deze groep hun smartphone gebruikt of welke apps er op de voorgrond treden. Met deze informatie willen we nagaan of we inzicht kunnen krijgen in het cognitief functioneren van 55-plussers, en of cognitieve veranderingen en moeilijkheden gedetecteerd kunnen worden.
Dit project zet in op 'de oudere van de toekomst', want volgens de jaarlijkse imec.digimeter enquête die media- en technologiegebruik in Vlaanderen meet zal deze steeds meer online te vinden zijn. Reeds 88% van de 55-plussers bezitten momenteel een smartphone. Wie deelneemt gebruikt de applicatie ‘mobile DNA’ minstens 6 maanden en vult een vragenlijst in over cognitieve achteruitgang.
Meer informatie of wilt u deelnemen? 👉 Klik op deze link.
Partners: imec-mict-UGent, IDlab-UGent, imec
Betrokken onderzoekers: Lieven De Marez, Femke Ongenae en Sofie Van Hoecke